Wat is een kroniek?
Voorgeschiedenis
Een kroniek is een verzameling informatie over heden en verleden, waarin de mededelingen chronologisch worden geordend. Zulke teksten werden al geschreven in de tijd van de Bijbel en de Romeinen. Ze werden in de Middeleeuwen aanvankelijk vooral gebruikt om de geschiedenis van vorstelijke families of kloosters te beschrijven. Maar geleidelijk gingen ook stadsbesturen zulke handschriften aanleggen om daarin te beschrijven hoe de stad was ontstaan, wie er in de stad had geregeerd, en om belangrijke gebeurtenissen te documenteren Dit gebeurde in heel Europa, en dus ook in de Lage Landen.
In de late middeleeuwen bestelden mensen uit stedelijke regentenfamilies als eerste kopieën van zulke officiële handschriften en voegden daaraan dingen toe die voor henzelf belangrijk waren. Op den duur gingen ook steeds meer andere burgers kronieken schrijven. Ook zij schreven vaak oudere kronieken over om daarna zelf verder te schrijven. Steeds vaker begonnen ze ook gewoon te vertellen wat er zoal was gebeurd in hun directe omgeving, hun eigen stad of dorp. In de Nederlanden gebeurde dit vanaf 1500, en als eerste in Vlaanderen, Brabant en in Oost-Nederland. Het genre verspreidde zich snel, eerst vooral in de steden, en later ook in plattelandsgebieden. In zeventiende- en achttiende-eeuws Noord-Holland, bijvoorbeeld, werd er ook in kleine dorpen en stadjes veel kroniek gehouden. De teksten werden zeer zelden gedrukt en al helemaal niet in de eigen tijd: ze moesten kunnen worden aangepast, en bovendien werden handschriften niet gecensureerd. In een handgeschreven tekst konden kroniekschrijvers mopperen, klagen en kritiek leveren zoveel ze wilden. De teksten waren meestal wel bedoeld om te worden gedeeld, met familie en kennissen, en ook met latere generaties.
Auteurs
De schrijvers van de kronieken in deze verzameling komen uit alle Nederlandstalige windstreken van de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, de voorlopers van het huidige Nederland en België. De geletterdheid was hier in deze periode gemiddeld veel hoger dan in andere gebieden in Europa. Dat verklaart dat er ook op het platteland en zelfs door sommige vrouwen kronieken werden geschreven. De meeste kroniekschrijvers in onze collectie woonden echter in de stad en hoorden tot de middenklasse – er zijn ambachtslieden en handelaren onder, maar ook schoolmeesters, ambtenaren en priesters.
Lokale verhalen
De sterke focus op de eigen stad in veel kronieken is te verklaren uit de politieke cultuur van de periode voor 1850. De stad was de belangrijkste overheid waar mensen vaak mee te maken hadden en de belangrijkste politieke gemeenschap waarmee ze zich identificeerden. Mensen ontleenden hun rechten en plichten en hun maatschappelijke status aan hun rol in de lokale gemeenschap. Door kennis over die plaats te verzamelen, creëerden ze een handig naslagwerk over de lokale geschiedenis en konden ze ook anderen informeren over gebeurtenissen uit het verleden. Ze ontleenden daaraan een zeker gezag – soms werden kronieken meegenomen naar de rechtbank. Mensen wisten ook vaak wel dat iemand in hun omgeving kroniek hield, kronieken werden vaak gekopieerd en sommige kronieken werden na de dood van de schrijver zelfs voor geld aan andere liefhebbers verkocht.
Geschiedschrijving?
Kroniekschrijvers maken geen verhaal met een kop en een staart, maar zetten hun mededelingen in chronologische volgorde achter elkaar. Ze zeggen vaak niet zo expliciet wat ze van de dingen vinden – we moeten dat vaak vooral opmaken aan de informatie die ze selecteerden. Lokale historici hebben altijd veel plezier gehad van dit soort teksten, maar latere lezers vonden hun mededelingen wel incoherent en soms triviaal – wat moeten wij met opmerkingen over het weer, gestegen prijzen, misdaad en straf, het verrijzen van een nieuw gebouw, de overstroming van een rivier, of de komst van een vorstelijke bezoeker? Omdat er ondertussen ook andere soorten geschiedschrijving opkwamen, is er daarom ook wel gedacht dat kroniekschrijven na 1600 nogal ouderwets was geworden. Veel van de teksten in onze verzameling zijn daarom ook alleen bestudeerd als bron voor lokale weetjes – niet als kennisverzamelingen die je met elkaar zou kunnen vergelijken.
Populariteit
Toch kun je in onze verzameling zien dat kroniekschrijven lange tijd heel erg populair bleef, en zeker niet alleen bij ouderwetse mensen. Heel wat geschoolde ambtenaren, bijvoorbeeld, hielden nog aan het eind van de achttiende eeuw kronieken bij. De auteurs waren goed op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, en veel van hen gebruikten de nieuwe media van hun tijd, zoals kranten en tijdschriften, als inspiratie voor het soort dingen dat ze in hun teksten konden opnemen. Soms gingen ze ook letterlijk knippen en plakken – maar ze maakten daarbij wél hun eigen selectie. Pas toen kranten in het midden van de negentiende eeuw ook veel over lokaal nieuws gingen schrijven en er lokale archieven en historische verenigingen ontstonden, lijkt de populariteit van het genre te zijn verminderd.
Variaties in vorm en lengte
Kronieken verschillen sterk in omvang – sommige kronieken behandelen drie decennia in drie pagina’s, anderen in drie dikke delen. Enkele kronieken bestaan uit vijf tot wel twintig delen. De teksten die we hebben opgenomen variëren ook in de mate waarin en het moment waarop ze zijn geredigeerd. Zo zijn er notitieboeken die op regelmatige basis werden bijgehouden terwijl andere kronieken in retrospectief zijn geschreven, vermoedelijk op basis van klad aantekeningen en mogelijk ander materiaal. Hoewel de chronologische ordening van informatie en gebeurtenissen een onderscheidend kenmerk is van een kroniek, gebruikten sommige auteurs hun opschrijfboek ook om nog andere zaken in te noteren. Bijvoorbeeld welke boeken ze bezaten, hun boekhouding, geboortes en overlijdens van familieleden, of alle branden die ze hadden meegemaakt.